De eerste schriftelijke vermelding van Miste in 1191 is niet onomstreden, omdat de reconstructie van het document uit 1651 deels als niet-authentiek wordt beschouwd. De vermelding van de ridder Erpo von Miste in een document uit 1238 van de burgemeester van Rüthen, Johann von Padberg, is echter wel zeker. Daarom werd het traditionele wapen van de ridderarend aan het einde van de 20e eeuw aangenomen als het wapen van het dorp.
Eeuwenlang behoorde de grote, bosrijke heer Mark tot het dorp. Vanaf ongeveer 1520 werd dit het belangrijkste district van de stad Rüthen, die ook de inwoners van het dorp als een zogenaamd "stadsdorp" bestuurde. De stad nam ook de inwoners van het dorp als zogenaamd "stadsdorp" op in haar juridische en subjectieve vereniging.
Volgens de resultaten van archeologisch onderzoek werd de eerste kerk in Meiste rond 1200 gebouwd, waarvan de romaanse toren bewaard is gebleven. Na tijdelijk tot de parochie van Altenrüthen te hebben behoord, werd de meesterkerk in 1518 weer het centrum van haar eigen parochie. In 1735 werd er een nieuw schip gebouwd, dat in 1910 in neobarokke stijl werd geschilderd, terwijl de rest van de inrichting nog uit de 18e eeuw stamt. De oude naam Miste werd in 1911 om moraliserende redenen officieel vervangen door Meiste.
Een middelgroot houtverwerkingsbedrijf dat hier al meer dan 50 jaar gevestigd is, is van groot economisch belang geworden voor het dorp en de omgeving van Rüthen.